Segment 3 | Dagbegeleiding en Respijtzorg

Segment 3 behelst dagbegeleiding en respijtzorg:

  • Dagbegeleiding heeft als doel het stimuleren en aanleren van sociale en praktische vaardigheden bij de jeugdige.
  • Respijtzorg heeft als doel de ouders/het gezin tijdelijk/periodiek te ontlasten om overbelasting van het gezinssysteem te voorkomen.

Hoe is segment 3 ingekocht?

Bekostiging: P * Q . Er wordt afgerekend per uur of per dagdeel zorg.

Gecontracteerd zijn:

  • AACtZ Autisme
  • ADHD Centrum ’t Z0onneke
  • Amare Zorgcoaching b.v.
  • AMO actieve opvang
  • Asendo
  • Leveo Groep b.v.
  • Siza
  • Stichting Buiten gewoon Leren & Werken – Prins Heerlijk
  • Stichting Inzet voor Zorg
  • Stichting Prisma
  • Stichting Ruud’s Rugzak, zorgt dat jij mee kunt doen!
  • Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid

Wat is voorliggend op Segment 3?

Voorliggend op producten uit Segment 3 zijn kinderopvang en Buitenschoolse Opvang Plus (BSO+). Lees meer over deze voorzieningen >

Wat is dagbegeleiding?

  • Doel: stimuleren en aanleren van sociale en praktische vaardigheden gedurende een of enkele dagdelen per week. Denk aan het aanleren van dagstructuur en -ritme. Ook kan het accent liggen op persoonlijke ontwikkeling en verkenning van de mogelijkheden van het kind.
  • Voor jeugdigen die minder of niet zelfredzaam zijn door kindgebonden problematiek.
  • Altijd buiten schooltijd. Binnen schooltijd noodzakelijk? Dan heeft de ondersteuning ook als doel om de jeugdige zo snel mogelijk (binnen één jaar) terug te laten keren in de reguliere voorzieningen.
  • Meestal kortdurend met als doel zelfstandig en/of met een lichtere vorm van ondersteuning verder te kunnen in de thuis- of gezinsvervangende situatie.
  • Dagbegeleiding kan nooit alleen voor het ontlasten van het gezin zijn. Als dit wel het hoofddoel is dan komt kinderopvang/BSO+ of het sociale netwerk in beeld. Is dit niet passend? Dan komt respijtzorg in beeld.

Er zijn twee varianten: dagbegeleiding A en dagbegeleiding B. Dit heeft te maken met de groepsgrootte en de problematiek van het kind.

Voor wie is dagbegeleiding?

  • Voor jeugdigen (die in vergelijking met leeftijdsgenoten) verminderd of niet zelfredzaam zijn. Dit komt door kindgebonden problematiek.
  • Een groepssetting is nodig om aan individuele doelen te werken. Denk aan het aanleren en stimuleren van praktische en sociale vaardigheden.
  • Ook het oefenen, behouden, en toepassen van aangeleerde vaardigheden maken hiervan onderdeel uit.
  • De problematiek is vaak een (combinatie van) psychische problemen of (ernstige) opgroei-, ontwikkelings- of gedragsproblematiek, en/of met een verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke beperking.

Verschillen Dagbegeleiding A en B

 

 

Dagbegeleiding A Dagbegeleiding B
Groepsgrootte 1 medewerker op maximaal 5 tot 6 jeugdigen. 1 medewerker op maximaal 4 jeugdigen.
Problematiek Enkelvoudige problematiek.

Meervoudige problematiek? Dan kan A soms ook passends zijn. Ligt aan de zelfstandigheid van de jeugdige.

Meervoudige problematiek.
Zelfredzaamheid De jeugdige is in enige mate beperkt in zijn ontwikkeling en mate van zelfstandigheid. Dit komt door kindgebonden problematiek. De jeugdige is in hoge mate beperkt in zijn ontwikkeling en mate van zelfstandigheid. Dit komt door kindgebonden problematiek.

Zonder sturing kunnen de volgende problemen optreden:

  • forse frustratieopbouw, risico op uit contact treden, fysiek/verbale agressie, weinig/geen inzicht in emoties
  • zelfzorg blijft grotendeels uit
  • geen aansluiting met leeftijdsgenoten, weinig/geen contact, (fysieke) conflicten, afzondering, (gevoel van) gepest worden of pestgedag vertonen
Voorspelbaar gedrag (Redelijk) voorspelbaar gedrag en risico’s zijn goed in te schatten. Matig tot slecht voorspelbaar gedrag en risico’s zijn lastig in te schatten.
Zelfstandigheid Voldoende zelfstandig. Hierbij houden we rekening met het individueel functioneren en de ontwikkelleeftijd, maar ook met de mate van zelfstandigheid die past bij de zorg die binnen deze categorie valt. Matig tot geen zelfstandig.

Voor wie is respijtzorg?

  • Voor opvoeders/gezinnen die overbelast zijn of dreigen te raken.
  • Vaak te maken een jeugdige die permanent toezicht en/of zorg in de nabijheid nodig heeft. Dit door kindgebonden problematiek.
  • Als voorliggende voorzieningen geen oplossing bieden voor de overbelastbaarheid.
  • Voorbeelden van voorliggende voorzieningen zijn: onderwijs, sociale netwerk, vrijetijdsbesteding, kinderopvang/BSO+1, deeltijd pleegzorg.

Wat is respijtzorg?

  • Bieden van periodieke tijdelijke ontlasting aan ouders en/of het gezin. Dit is nodig vanwege overbelasting van het gezinssysteem. Of overbelasting die dreigt te komen. Hiermee proberen we te voorkomen dat op een later moment zwaardere jeugdhulp nodig is.
  • Kortdurend (maximaal één jaar). Anders WLZ-indicatie. Uitzondering: hele jonge kinderen met meervoudige beperking die niet onder de WLZ vallen of kinderen met een ernstige verstandelijke beperking in combinatie met gedragsproblematiek.
  • Tussentijds wordt gewerkt aan een stabiele(re) thuissituatie en draagkracht van het gezin.
  • In groepsverband op locatie van de zorgaanbieder.
  • Een of meerdere dagdelen/etmalen per week of maand.
  • Na schooltijd of in het weekend.

Er zijn twee varianten: respijtzorg A en respijtzorg B.

  • Dit heeft te maken met de groepsgrootte en de problematiek van het kind.
  • Deze twee vormen worden allebei aangeboden mét en zonder overnachting.
    • Met overnachting: alleen als voor als het gezin overbelast is of dreigt overbelast te raken. Doordeweeks is principe niet mogelijk. Uitzondering: vakantieperiodes.
    • Zonder overnachting: is voorliggende op respijtzorg met overnachting. Dus als met enkele dagdelen per week respijtzorg voorkomen kan worden dat het gezin verder overbelast raakt, dan is respijtzorg zonder overnachting voorliggend. Per dag kunnen maximaal 2  dagdelen beschikt worden en in principe niet doordeweeks. Uitzondering: vakantieperiodes.

Verschillen respijtzorg A en respijtzorg B

 

 

Respijtzorg A Respijtzorg B
Groepsgrootte 1 medewerker op maximaal 5 tot 6 jeugdigen. 1 medewerker op maximaal 4 jeugdigen.
Problematiek Enkelvoudige problematiek.

Meervoudige problematiek? Dan kan A soms ook passends zijn. Ligt aan de zelfstandigheid van de jeugdige.

Meervoudige problematiek.
Zelfredzaamheid De jeugdige is in enige mate beperkt in zijn ontwikkeling en mate van zelfstandigheid. Dit komt door kindgebonden problematiek. De jeugdige is in hoge mate beperkt in zijn ontwikkeling en mate van zelfstandigheid. Dit komt door kindgebonden problematiek.

Zonder sturing kunnen de volgende problemen optreden:

  • forse frustratieopbouw, risico op uit contact treden, fysiek/verbale agressie, weinig/geen inzicht in emoties
  • zelfzorg blijft grotendeels uit
  • geen aansluiting met leeftijdsgenoten, weinig/geen contact, (fysieke) conflicten, afzondering, (gevoel van) gepest worden of pestgedag vertonen
Voorspelbaar gedrag (Redelijk) voorspelbaar gedrag en risico’s zijn goed in te schatten. Matig tot slecht voorspelbaar gedrag en risico’s zijn lastig in te schatten.
Zelfstandigheid Voldoende zelfstandig. Hierbij houden we rekening met het individueel functioneren en de ontwikkelleeftijd, maar ook met de mate van zelfstandigheid die past bij de zorg die binnen deze categorie valt. Matig tot geen zelfstandig.

Hoe zit het met vervoer naar de dagbestedingslocatie?

Vervoer kan de lokale toegang/GI apart aanvragen. Er zijn drie vormen van vervoer:

  1. Lopend Vervoer
    Dit is voor jeugdigen die zelfstandig in en uit de bus kunnen. De problematiek van de jeugdige vormt geen belemmering om met andere jeugdigen samen te reizen. Deze vorm van vervoer wordt ingezet voor Jeugdigen die (nog) niet zelfstandig naar de locatie kunnen.
  2. Rolstoel Vervoer
    Dit is voor jeugdigen die vanwege hun rolstoel gebruik maken van aangepast vervoer. De bus is zo ingericht dat één of meerdere rolstoelgebruikers van de bus gebruik kunnen maken. De chauffeur ondersteunt bij het in- en uitstappen. Hoewel de problematiek van de Jeugdige meestal geen belemmering vormt om met andere Jeugdigen samen te reizen, zal dit vanwege de rolstoel (ruimte) beperkt mogelijk zijn (maximaal 4 Jeugdigen per bus).
  3. Individueel Vervoer
    Vervoer voor jeugdigen die zelfstandig (of met beperkte ondersteuning van de chauffeur/begeleider) in en uit de bus kunnen. De Jeugdige kan vanwege zijn of haar problematiek niet samen reizen met andere jeugdigen.

Vervoer aanvragen kan alleen als alle voorliggende voorzieningen geen uitkomst bieden. Bijvoorbeeld het eigen sociale netwerk of het OV. Als het vervoer voor de dagbegeleiding noodzakelijk is, wordt het vervoer verzorgd door het door Bureau Regiovervoer (mits het vervoer binnen de regio plaats vindt). Wil de zorgaanbieder het vervoer zelf regelen? Dat moet de aanbieder duidelijk maken waarom eigen vervoer passender is. Als de locatie voor de dagbegeleiding buiten de regio ligt of de begeleiding op zaterdag is, dan moet de aanbieder het vervoer ook zelf regelen.

Is er sprake respijtzorg? Ook dan moet de zorgaanbieder het vervoer zelf regelen.